Worden interne kosten, zoals uren van sales-, IT- en operationele teams die aan de Brexit hebben gewerkt ook als subsidiabel gezien?

Nee, helaas niet. De BAR-compensatieregelingen dekken alleen kosten van derden ex. BTW. Hier vallen dus geen interne kosten onder, zoals loonkosten van eigen werknemers.
Let op! Onder Module 1: Voorlichtingscampagnes, zijn wel de kosten voor extern ingehuurd tijdelijk personeel subsidiabel.

Is bij de aanvraag voor de BAR-compensatieregeling voor reeds gemaakte kosten een de-minimisverklaring nodig?

Bij een aanvraag via de BAR-compensatieregeling ’reeds gemaakte kosten’ hoeft geen de-minimisverklaring worden aangeleverd.

Wat houdt de de-minimusverklaring in?

De ondernemer verklaart in de-minimisverklaring  dat zijn onderneming in het lopende belastingjaar en de twee jaren ervoor niet meer ‘staatssteun’ heeft ontvangen dan is toegestaan onder de Europese kaders. De maximale bedragen hiervoor zijn:

  • Landbouwsector: €20.000,- (Art. 3 lid 2 EU Verordening 1408/2013 jo. Verordening 316/2019)
  • Visserij & Aquacultuur: €30.000,- (Art. 3 lid 2 EU Verordening 717/2014)
  • Andere Onderneming €200.000,- (Art. 3 lid 2 EU Verordening 1407/2013)

Als de ondernemer in het lopende belastingjaar en de twee jaren ervoor wel steun heeft ontvangen maar nog niet boven het maximale bedrag kan hij alleen nog het resterende bedrag aan steun ontvangen.

Deze de-minimus verklaring is alleen van toepassing bij een aanvraag via de BAR-compensatieregeling “nog te maken kosten” voor de module 1:Voorlichtingscampagnes.

Hoe verloopt het aanvraagproces via de BAR-compensatieregeling ‘nog te maken kosten’?

  1. Voor de BAR compensatieregeling ‘Nog te maken kosten’ moet een aanvrager de offertes indienen (vóór 13 januari 2023) van de beoogde kosten die men voorziet te gaan maken voor activiteiten die plaatsvinden binnen de referentieperiode, namelijk van 1 november 2022 tot en met 1 juni 2023. Handig is om in de omschrijving van de offerte al aan te geven wanneer de activiteit plaatsvindt (geen vereiste, maar het maakt het beoordelen wel makkelijker). Tijdens de vaststelling van de subsidie is het belangrijk dat deze activiteiten al betaald zijn (dit zou dus na 1 juni kunnen zijn, maar wél voor de subsidievaststelling!).
  2. Wanneer de aanvraag wordt toegekend moet de aanvrager de kosten daadwerkelijk gaan maken.
  3. De aanvrager moet vóór 1 juni 2023 het subsidievaststellingsverzoek indienen. In dit verzoek vraagt RVO de aanvrager om, middels onder andere betaalbewijzen, te onderbouwen wat de werkelijke kosten van de activiteiten zijn geweest.
  4. Nadat RVO naar de onderbouwende stukken heeft gekeken en de subsidie heeft toegekend aan de aanvrager, zal RVO overgaan tot uitbetaling van de subsidie. Wanneer er binnen de gestelde deadline geen betaalbewijzen worden aangeleverd, maakt de ondernemer geen aanspraak meer op de subsidie en zal het subsidiebedrag op 0 worden vastgesteld. Het is ook mogelijk dat de RVO op basis van de aangeleverde stukken, de subsidie lager vaststelt dan in eerste instantie goedkeuring voor is gegeven. Dit gebeurt bijvoorbeeld indien maar een deel van de beoogde kosten daadwerkelijk zijn gemaakt.

NB: de RVO werkt niet met een voorschot. De uitbetaling vindt pas plaats wanneer de vaststellingsverzoeken zijn beoordeeld.

Kijk voor meer informatie op de website van de RVO: BAR: Tegemoetkoming nog te maken kosten (rvo.nl).

Hoe lang duurt het voordat de subsidie is vastgesteld na het indienen van mijn aanvraag?

De beslistermijn/subsidievaststelling voor een aanvraag mag wettelijk 22 weken duren. De aanvraagprocedure zou sneller kunnen verlopen, indien de aanvraag compleet is (of in ieder geval zo compleet mogelijk).

Welke definitie wordt er gehanteerd voor een MKB-bedrijf?

Of uw bedrijf een MKB-onderneming is, hangt af van het aantal werknemers en de jaaromzet of het jaarlijkse balanstotaal. Bekijk de kaders in dit overzicht.

In de subsidiespelregels wordt als kader het ‘aantal werknemers’ genoemd. Betreft dit alleen de werknemers in Nederland?

Op de RVO-website spreekt men niet over een criteria van locatie, wel over ‘loontrekkenden’. Het is dus zo dat iedereen die loon ontvangt, wordt gezien als een medewerker.

Waarom wordt er beperkt tot het MKB bij de subsidiemodules ‘digitalisering 1’ en ‘externe consultancy’? Ook niet-MKB-bedrijven hebben deze kosten gemaakt.

Deze kosten (van digitalisering/ICT 1 en externe consultancy) beperkten zich alleen tot het MKB bij de tegemoetkoming nog te maken kosten. Bij de tegemoetkoming gemaakte kosten niet, daar is het wél mogelijk voor niet-MKB bedrijven om in aanmerking te komen.

Hoeveel aanvragen mag een getroffen bedrijf/organisatie voor de BAR in totaal doen?

Per BAR-compensatieregeling kan een bedrijf één aanvraag doen (voor één of soms meerdere subsidiemodules). In totaal kunnen er dus twee aanvragen worden gedaan; één voor de gemaakte kosten en één voor de nog te maken kosten.

Komen de kosten voor aanschaf van hardware als keurkarren, inspectiematerialen en toebehoren (t.b.v. het bedrijfscontrolesysteem) in aanmerking voor vergoeding?

In de publicatie van de BAR-regelingen in de Staatscourant worden de subsidiabele kosten van producten benoemd bij de modules voor aanpassing van ICT-infrastructuur en bij transportondernemingen. Of de kosten van deze producten als subsidiabel worden gezien, hangt af van de regeling en de module. Zo wordt er bij hoofdstuk 4 (aanpassing van ICT-infrastructuur), artikel 4.5 omschreven wat subsidiabele kosten zijn. Hier wordt omschreven dat de kosten voor de aanschaf van producten hieronder vallen, mits deze noodzakelijk zijn voor douaneaangiften. Als dit het geval is, worden deze producten gezien als subsidiabel.

Voor de volledigheid vindt u hieronder de: