Voor wie is het BTOM relevant?

In fase 1 (31-01-2024) en fase 2 (30-04-2024) is het BTOM allereerst belangrijk voor exporteurs en hun ketenpartners die vanuit het EU veterinaire en fytosanitaire lading exporteren naar het VK. In fase 3 (31-10-2024) heeft het TOM consequenties voor álle exporteurs en hun ketenpartners.

Wanneer gaat het BTOM in?

De Britse overheid voert het BTOM gefaseerd in:

  1. 31 januari 2024
    Verplichtstelling van gezondheidsverklaringen en fytosanitaire certificaten voor de invoer in het VK van dierlijke producten, planten en plantaardige producten met een medium risico uit de EU.
  2. 30 april 2024
    Invoering van checks op documenten en van risico-gebaseerde identiteits- en fysieke controles van dierlijke producten, planten en plantaardige producten met een medium risico uit de EU.
  3. 31 oktober 2024
    Alle exporteurs vanuit de EU worden verplicht om voorafgaand aan het vervoer naar het VK een veiligheidsverklaring (ENS) in te dienen.

Wat is het verschil tussen BTOM en BOM?

De douaneregels in het Border Target Operating Model (BTOM) zijn een aanvulling op in het Border Operating Model (BOM) vastgelegde bestaande douaneformaliteiten.

Wat is het BTOM?

BTOM staat voor Border Target Operating Model. De Britse overheid introduceert via het BTOM aanvullende douaneregels en een vernieuwd controleregime voor toegang van goederen tot het VK.

Kan ik mij nog aanmelden voor deelname aan het BAR EU-Handelsprogramma voor ondernemers die getroffen zijn door Brexit?

Helaas, de aanmelding voor deze regeling is op 31 maart 2023 gesloten.

Kan ik mij nog aanmelden voor de BAR-compensatieregeling voor nog te maken Brexit-kosten?

Helaas, de aanmelding voor deze regeling is op 13 januari 2023 gesloten.

Kan ik mij nog aanmelden voor de BAR-compensatieregeling voor gemaakte Brexit-kosten?

Helaas, de aanmelding voor deze regeling is op 31 maart 2023 gesloten.

Wat zijn de verschillen tussen het temporary storage model en het pre-lodgement model?

Het indienen van invoeraangiften bij de Britse Douane kan sinds 1 januari 2022 via twee verschillende modellen: Pre-lodgement en Temporary storage. De belangrijkste kenmerken van beide modellen:

Pre-lodgement
De Britse importeur of zijn vertegenwoordiger dient in het pre-lodgement model zijn douaneaangifte al in vóórdat goederen in de EU aan boord gaan. De vervoerder in de EU moet vervolgens al vóórdat hij kan gaan rijden richting ferryterminal via de Britse Goods Vehicle Movement Service (GVMS) de aangifte(n) koppelen aan zijn trailer. De Goods Movement Reference (GMR) die hieruit volgt, heeft de vervoerder nodig voor toegang tot de Nederlandse ferryterminal. Eenmaal per ferry aangekomen in de Britse haven kunnen de goederen in de regel direct door, dan wel wordt de chauffeur voor inspectie verwezen naar een Inland Border Facility (IBF).

Temporary storage
Goederen die conform het temporary storage model het Verenigd Koninkrijk binnenkomen, kunnen tot 90 dagen aan de grens worden opgeslagen in een tijdelijke opslagfaciliteit. Na aangifte bij de Britse Douane reizen de goederen dan door naar hun eindbestemming in het Verenigd Koninkrijk.

Hoe hanteren de in Nederland actieve ferryoperators de twee verschillende modellen (pre-lodgement, temporary storage) voor toegang tot de Britse havens?

TOEGANGSMODELLEN TOT BRITSE HAVENS VIA DE IN NEDERLAND ACTIEVE FERRYOPERATORS (onder voorbehoud)

 

Ferrymaatschappij

 

Britse aanloophavens Toegangsmodel
CLdN Purfleet

Killingholme

  • Voor import naar het VK: het temporary storage model.
    Optioneel is pre-lodgement mogelijk.
  • Voor doorgaande transitdocumenten met ‘office of destination’ in
    het VK: het pre-lodgement model.

Let op! Geen GMR bij aankomst Nederlandse terminal betekent
automatisch verwerking volgens het temporary storage model (geen
verandering meer mogelijk).

DFDS Felixstowe

Immingham

Newcastle

  • Voor import naar het VK: het temporary storage model.
    Optioneel is pre-lodgement mogelijk.
  • Voor doorgaande transitdocumenten met ‘office of destination’ in
    het VK: het pre-lodgement model.

Let op! Geen GMR bij aankomst Nederlandse terminal betekent
automatisch verwerking volgens het temporary storage model (geen
verandering meer mogelijk).

P&O Ferries

 

Hull

Teesport

  • Voor onbegeleid verkeer naar het VK: het temporary storage
    model. Optioneel is pre-lodgement mogelijk voor doorgaande
    transitdocumenten met ‘office of destination’ in het VK.
  • Voor begeleid verkeer naar het VK: het pre-lodgement model.

Let op! Bij pre-lodgement geldt: geen GMR bij aankomst op
Nederlandse ferryterminal, geen toegang.

Stena Line Harwich

Immingham

Killingholme

  • Voor begeleid verkeer naar het VK: het pre-lodgement model.
  • Voor doorgaande transitdocumenten (begeleid en onbegeleid)
    met ‘office of destination’ in het VK: het pre-lodgement model.
  • Voor import naar het VK: het temporary storage model.
    Optioneel is pre-lodgement mogelijk.

Let op! Geen GMR bij aankomst Nederlandse terminal betekent
automatisch verwerking volgens het temporary storage model (geen
verandering meer mogelijk).

 

 

Welke SCAC-code moet ik in Portbase voorafgaand aan het boekingsnummer ingeven bij de voormelding aan de ferryterminal?

Als u de vooraanmelding doet aan de ferryterminal dan zorgen de eerste 4 posities (SCAC code) van het boekingsnummer, dat de melding naar de juiste ferry-operator verstuurd wordt.  Lees de verdere toelichting over export en import op Portbase-Support.