Veelgestelde vragen
Get Ready for Brexit
Onze veelgestelde vragen gaan over de Nederlandse havenoplossing voor Brexit en de gevolgen van de Brexit voor uw vervoer.
Onze veelgestelde vragen gaan over de Nederlandse havenoplossing voor Brexit en de gevolgen van de Brexit voor uw vervoer.
De BAR in vogelvlucht
De BAR-bedrijfslevenregeling geeft een tegemoetkoming aan internationale ondernemers die door het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie (Brexit) extra kosten hebben. Het gaat niet om omzetverlies, maar om kosten als opleidingen, voorlichtingscampagnes, ICT-aanpassingen, extern advies en tijdelijke inhuur van transportmaterieel. De regeling is opgesplitst in 2 delen: een deel voor gemaakte kosten (aanvragen kan t/m 31 maart 2023) en een deel voor nog te maken kosten (aanvragen niet meer mogelijk).
Informatie over de BAR en de hieronder vallende compensatieregelingen vindt u hier.
Kijk hiervoor op de website van de RVO via: BAR: Tegemoetkoming gemaakte kosten (rvo.nl).
De sluitdatum voor de aanvraag reeds gemaakte kosten is 31 maart 2023 om 17:00.
Kijk hiervoor op de website van de RVO via: BAR: Tegemoetkoming nog te maken kosten (rvo.nl).
De sluitdatum voor de aanvraag nog te maken kosten was 13 januari 2023 om 17:00.
Volg de volgende stappen om een aanvraag te doen:
Bij vragen kunnen bedrijven en organisaties bellen naar het algemene nummer van RVO: 088 042 42 42. U kunt ook via de email uw vraag indienen via het RVO-contactformulier. U krijgt dan binnen 3 werkdagen reactie.
De klantcontactmedewerkers van de RVO kunnen uw algemene vragen over de BAR-bedrijfslevenregeling beantwoorden.
Let op!
Meer informatie over contact opnemen rond de BAR-compensatieregelingen vindt u hier.
Per BAR-compensatieregeling kan een bedrijf één aanvraag doen (voor één of soms meerdere subsidiemodules). In totaal kunnen er dus twee aanvragen worden gedaan; één voor de gemaakte kosten en één voor de nog te maken kosten.
NB: de RVO werkt niet met een voorschot. De uitbetaling vindt pas plaats wanneer de vaststellingsverzoeken zijn beoordeeld.
Kijk voor meer informatie op de website van de RVO: BAR: Tegemoetkoming nog te maken kosten (rvo.nl).
De ondernemer verklaart in de-minimisverklaring dat zijn onderneming in het lopende belastingjaar en de twee jaren ervoor niet meer ‘staatssteun’ heeft ontvangen dan is toegestaan onder de Europese kaders. De maximale bedragen hiervoor zijn:
Als de ondernemer in het lopende belastingjaar en de twee jaren ervoor wel steun heeft ontvangen maar nog niet boven het maximale bedrag kan hij alleen nog het resterende bedrag aan steun ontvangen.
Deze de-minimus verklaring is alleen van toepassing bij een aanvraag via de BAR-compensatieregeling “nog te maken kosten” voor de module 1:Voorlichtingscampagnes.
Bij een aanvraag via de BAR-compensatieregeling ’reeds gemaakte kosten’ hoeft geen de-minimisverklaring worden aangeleverd.
Nee, helaas niet. De BAR-compensatieregelingen dekken alleen kosten van derden ex. BTW. Hier vallen dus geen interne kosten onder, zoals loonkosten van eigen werknemers.
Let op! Onder Module 1: Voorlichtingscampagnes, zijn wel de kosten voor extern ingehuurd tijdelijk personeel subsidiabel.
Doordat het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie is gestapt, is er een grens ontstaan en moeten er douaneformaliteiten verricht worden. Dit houdt automatisch in dat partijen in de logistieke keten voortaan afhankelijk zijn van elkaar. Met de informatie van de een moet een ander zijn vervolgstappen zetten. De exporteur of importeur moet zorgen voor een douaneaangifte bij de Douane. Dat is de eerste stap. De douanedocumenten moeten vervolgens via Portbase worden voorgemeld bij de terminal. Gebeurt dit niet, dan staan de goederen – en daarmee de vervoerder – per definitie stil voor de grens. Zie het als online inchecken bij het vliegveld. Om dat te kunnen doen, moet er eerst een ticket geboekt worden. Met dat ticketnummer kan vooraf ingecheckt worden, zodat eenmaal op het vliegveld dit digitaal al geregeld is en een vlotte doorgang mogelijk is.
De BAR in vogelvlucht
De BAR-bedrijfslevenregeling geeft een tegemoetkoming aan internationale ondernemers die door het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie (Brexit) extra kosten hebben. Het gaat niet om omzetverlies, maar om kosten als opleidingen, voorlichtingscampagnes, ICT-aanpassingen, extern advies en tijdelijke inhuur van transportmaterieel. De regeling is opgesplitst in 2 delen: een deel voor gemaakte kosten (aanvragen kan t/m 31 maart 2023) en een deel voor nog te maken kosten (aanvragen niet meer mogelijk).
Informatie over de BAR en de hieronder vallende compensatieregelingen vindt u hier.
Kijk hiervoor op de website van de RVO via: BAR: Tegemoetkoming gemaakte kosten (rvo.nl).
Het kan dat een onderneming – die valt binnen de doelgroep van deze subsidieregeling – in aanmerking komt voor subsidie op grond van meer dan één subsidiemodules. Een onderneming moet dan bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) één aanvraag indienen waarmee subsidie wordt aangevraagd op grond van meerdere subsidiemodules.
De sluitdatum voor de aanvraag reeds gemaakte kosten is 31 maart 2023 om 17:00.
Kijk hiervoor op de website van de RVO via: BAR: Tegemoetkoming nog te maken kosten (rvo.nl).
De sluitdatum voor de aanvraag nog te maken kosten was 13 januari 2023 om 17:00.
De exacte informatie hierover vindt u onder artikel 1.3. lid 2 (daar staat een hele lijst met documenten en/of informatie die de aanvrager dient aan te leveren) in de:
Daarnaast wordt ook per module vermeld welke informatie/documenten (specifiek) nodig zijn.
Let op! Met terugwerkende kracht tot 1 november 2022 heeft de RVO het aanvragen van compensatie sterk vereenvoudigd. Lees hier meer
Volg de volgende stappen om een aanvraag te doen:
Bij vragen kunnen bedrijven en organisaties bellen naar het algemene nummer van RVO: 088 042 42 42. U kunt ook via de email uw vraag indienen via het RVO-contactformulier. U krijgt dan binnen 3 werkdagen reactie.
De klantcontactmedewerkers van de RVO kunnen uw algemene vragen over de BAR-bedrijfslevenregeling beantwoorden.
Let op!
Meer informatie over contact opnemen rond de BAR-compensatieregelingen vindt u hier.
Nee, dat is niet zo. De regeling geeft aan dat bij een subsidieaanvraag minimaal moet worden aangeleverd:
Ook echter bedrijven die deze documenten hebben van het jaar 2016 of later, komen in aanmerking voor vergoeding. De documenten dienen te worden aangeleverd om de bestaande handelsrelatie aan te tonen en te toetsen.
De aanvragen worden op volgorde van aanvraagdatum behandeld. Wees er daarom snel bij.
Als een opleiding expliciet gericht is op het VK, kan deze niet vanuit het BAR EU-handelsprogramma gefaciliteerd worden. Is de opleiding gericht op een combinatie van VK en andere markten, dan biedt het BAR EU-handelsprogramma wel mogelijkheden. Neem hiervoor contact op met de RVO.
Nee, dat kan niet. Dit zijn geen kosten die onder de subsidiabele activiteiten of kosten vallen. Dit geldt overigens wel voor de gevolgde opleiding fytosanitaire controlemedewerker en de opfriscursus die men hiervoor gaat krijgen.
In de publicatie van de BAR-regelingen in de Staatscourant worden de subsidiabele kosten van producten benoemd bij de modules voor aanpassing van ICT-infrastructuur en bij transportondernemingen. Of de kosten van deze producten als subsidiabel worden gezien, hangt af van de regeling en de module. Zo wordt er bij hoofdstuk 4 (aanpassing van ICT-infrastructuur), artikel 4.5 omschreven wat subsidiabele kosten zijn. Hier wordt omschreven dat de kosten voor de aanschaf van producten hieronder vallen, mits deze noodzakelijk zijn voor douaneaangiften. Als dit het geval is, worden deze producten gezien als subsidiabel.
Voor de volledigheid vindt u hieronder de:
Per BAR-compensatieregeling kan een bedrijf één aanvraag doen (voor één of soms meerdere subsidiemodules). In totaal kunnen er dus twee aanvragen worden gedaan; één voor de gemaakte kosten en één voor de nog te maken kosten.
Deze kosten (van digitalisering/ICT 1 en externe consultancy) beperkten zich alleen tot het MKB bij de tegemoetkoming nog te maken kosten. Bij de tegemoetkoming gemaakte kosten niet, daar is het wél mogelijk voor niet-MKB bedrijven om in aanmerking te komen.
Op de RVO-website spreekt men niet over een criteria van locatie, wel over ‘loontrekkenden’. Het is dus zo dat iedereen die loon ontvangt, wordt gezien als een medewerker.
Of uw bedrijf een MKB-onderneming is, hangt af van het aantal werknemers en de jaaromzet of het jaarlijkse balanstotaal. Bekijk de kaders in dit overzicht.
De beslistermijn/subsidievaststelling voor een aanvraag mag wettelijk 22 weken duren. De aanvraagprocedure zou sneller kunnen verlopen, indien de aanvraag compleet is (of in ieder geval zo compleet mogelijk).
NB: de RVO werkt niet met een voorschot. De uitbetaling vindt pas plaats wanneer de vaststellingsverzoeken zijn beoordeeld.
Kijk voor meer informatie op de website van de RVO: BAR: Tegemoetkoming nog te maken kosten (rvo.nl).
De ondernemer verklaart in de-minimisverklaring dat zijn onderneming in het lopende belastingjaar en de twee jaren ervoor niet meer ‘staatssteun’ heeft ontvangen dan is toegestaan onder de Europese kaders. De maximale bedragen hiervoor zijn:
Als de ondernemer in het lopende belastingjaar en de twee jaren ervoor wel steun heeft ontvangen maar nog niet boven het maximale bedrag kan hij alleen nog het resterende bedrag aan steun ontvangen.
Deze de-minimus verklaring is alleen van toepassing bij een aanvraag via de BAR-compensatieregeling “nog te maken kosten” voor de module 1:Voorlichtingscampagnes.
Bij een aanvraag via de BAR-compensatieregeling ’reeds gemaakte kosten’ hoeft geen de-minimisverklaring worden aangeleverd.
Nee, helaas niet. De BAR-compensatieregelingen dekken alleen kosten van derden ex. BTW. Hier vallen dus geen interne kosten onder, zoals loonkosten van eigen werknemers.
Let op! Onder Module 1: Voorlichtingscampagnes, zijn wel de kosten voor extern ingehuurd tijdelijk personeel subsidiabel.
Controleer allereerst op deze website of er nog geen EORI-nummer is. Het EORI-nummer is een afgeleide van het btw-nummer. Op de site kan dus het btw-nummer ingevuld worden, zonder aan het eind B01.
Op deze pagina van de Belastingdienst zijn 2 aanvraagformulieren te vinden; één voor het aanvragen van een EORI-nummer voor bedrijven met een hoofdvestiging in Nederland en één voor het aanvragen van het EORI-nummer voor bedrijven met een hoofdvestiging buiten de Europese Unie.
LET OP! Het is belangrijk dat het formulier digitaal wordt ingevuld. Daarnaast kan een EORI-nummer niet afgegeven worden op een fiscale eenheid, maar wel op de onderliggende entiteiten. De onderneming moet ook een geldige rechtsvorm hebben.
Door Brexit zijn alle GB EORI-nummers vervallen voor gebruik in de EU. Een Britse klant moet voor gebruik in de EU een EU EORI-nummer hebben. Is het hoofdkantoor van het bedrijf buiten de EU gevestigd, dan kan men voor het aanvragen een speciaal formulier gebruiken.
Let op! De EORI-aanvraag wordt sneller afgehandeld als het bedrijf al een Nederlands RSIN fiscaalnummer heeft.
Het EORI-nummer wordt binnen 3 werkdagen na aanvraag afgegeven. De toekenningsbrief wordt binnen een week verzonden. Wil de klant in de tussentijd het EORI-nummer controleren, dan kan dat via deze site.
LET OP! Deze doorlooptijd geldt alleen voor bedrijven die al een fiscaalnummer hebben in Nederland. Als de klant nog geen fiscaalnummer heeft in Nederland, dan is de doorlooptijd gemiddeld 2 weken.
U kunt alleen een EORI-nummer zelf samenstellen wanneer u aangifte doet in Nederland. Mocht u aangifte gaan doen in het buitenland, dient u een EORI-nummer aan te vragen.
Door Brexit moeten bedrijven uit de EU een EORI-nummer in Groot-Brittannië aanvragen om daar in te kunnen voeren. Groot-Brittannië heeft ervoor gekozen door te gaan met het principe ‘EORI nummer’. Dit is een GB EORI Nummer. Deze Britse EORI-nummers zijn alleen te gebruiken in Britse software en niet in software van de EU omdat deze nummers binnen de EU niet geldig zijn. Dit staat dus helemaal los van het EORI-nummer die de klant moet hebben in de EU, om handel te drijven in de EU. Lees hier een verdere toelichting.
De EU heeft nieuwe richtlijnen voor het gebruik van landcodes gepubliceerd. Lees hier de toelichting van de Douane. (Antwoord gecheckt bij Douane februari 2022)
Lees hier het antwoord van de Douane. (Antwoord gecheckt bij Douane februari 2022)
Lees de toelichting van de Douane. (Antwoord gecheckt bij Douane februari 2022)
Lees hier de toelichting van de Douane. (Antwoord gecheckt bij Douane februari 2022)
Bekijk het Get Ready for Brexit infoblad over terugkerende lege verpakkingen en emballage uit het VK voor verdere toelichting.
Lees de toelichting van de Douane. (Antwoord gecheckt bij Douane februari 2022)
Lees hier de top 44 meest gestelde vragen aan de Douane
Kijk op Brexit en uw douanezaken voor uitgebreide informatie. Komt u er niet uit? Bel of mail met de Nationale Helpdesk van de Douane via nhd.apeldoorn@douane.nl of +31 (0)88 1566655
TOEGANGSMODELLEN TOT BRITSE HAVENS VIA DE IN NEDERLAND ACTIEVE FERRYOPERATORS (onder voorbehoud)
Ferrymaatschappij
|
Britse aanloophavens | Toegangsmodel |
CLdN | Purfleet
Killingholme |
Let op! Geen GMR bij aankomst Nederlandse terminal betekent |
DFDS | Felixstowe
Immingham Newcastle |
Let op! Geen GMR bij aankomst Nederlandse terminal betekent |
P&O Ferries
|
Hull
Teesport |
Let op! Bij pre-lodgement geldt: geen GMR bij aankomst op |
Stena Line | Harwich
Immingham Killingholme |
Let op! Geen GMR bij aankomst Nederlandse terminal betekent |
Het indienen van invoeraangiften bij de Britse Douane kan sinds 1 januari 2022 via twee verschillende modellen: Pre-lodgement en Temporary storage. De belangrijkste kenmerken van beide modellen:
Pre-lodgement
De Britse importeur of zijn vertegenwoordiger dient in het pre-lodgement model zijn douaneaangifte al in vóórdat goederen in de EU aan boord gaan. De vervoerder in de EU moet vervolgens al vóórdat hij kan gaan rijden richting ferryterminal via de Britse Goods Vehicle Movement Service (GVMS) de aangifte(n) koppelen aan zijn trailer. De Goods Movement Reference (GMR) die hieruit volgt, heeft de vervoerder nodig voor toegang tot de Nederlandse ferryterminal. Eenmaal per ferry aangekomen in de Britse haven kunnen de goederen in de regel direct door, dan wel wordt de chauffeur voor inspectie verwezen naar een Inland Border Facility (IBF).
Temporary storage
Goederen die conform het temporary storage model het Verenigd Koninkrijk binnenkomen, kunnen tot 90 dagen aan de grens worden opgeslagen in een tijdelijke opslagfaciliteit. Na aangifte bij de Britse Douane reizen de goederen dan door naar hun eindbestemming in het Verenigd Koninkrijk.
Ook voor het transport van dieren en dierlijke producten verandert er veel door Brexit. Lees op de website van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit waar u mee te maken krijgt bij het importeren of exporteren van dieren en dierlijke producten.
Ook voor het transport van planten en plantaardige producten, verandert er veel door de Brexit. Lees op de website van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit waar u mee te maken krijgt bij het importeren of exporteren van planten en plantaardige producten.
De NVWA heeft de mogelijkheid tot dienstverlening in de avonden uitgebreid. Lees de toelichting van de NVWA.
Voordat lading geïmporteerd of geëxporteerd kan worden, moet een invoer- of uitvoeraangifte worden gedaan bij de Douane. Nadat deze aangifte gedaan is, moeten deze documenten via Portbase worden voorgemeld bij de ferry- of shortsea-terminal. Als deze formaliteiten niet op orde zijn, kan de chauffeur zijn lading niet verder transporteren.
Er zijn dan twee opties:
1. De chauffeur neemt contact op met zijn eigen planner of opdrachtgever. Die zal moeten zorgen dat alle benodigde handelingen alsnog verricht worden.
2. Er wordt contact gezocht met een bedrijf dat reeds is aangesloten bij Portbase, zoals een expediteur of douaneagent, die de meldingen alsnog kan doen.
Via Portbase kunnen alle typen douanedocumenten worden voorgemeld (dus export, TIR, ATA Carnets, Transit, etc.).
U bent niet geautoriseerd om het betreffende documenttype te gebruiken bij de betreffende terminal. Controleer uw terminalcontract voor gebruik van de service Melding Import Documentatie en pas deze in overleg met de afdeling Sales van Portbase aan.
Zie de “Handleiding Melding import documentatie Rotterdamse haven (MID)” van de Douane.
Dit is afhankelijk van de geldende procedures bij de ferrymaatschappijen. Zodra uw boekingsnummer verandert, zal er een correctie nodig zijn in de voormelding van uw douanedocumenten via Portbase.
Bij de Douane doet u een douaneaangifte. Hierin laat u hen weten welke goederen u vervoert. Voordat u een douaneaangifte kunt doen, heeft u een EORI-nummer nodig. Dit is een identificatienummer dat uw bedrijf eenmalig moet aanvragen bij de Douane, zodat u daar bekend bent. Nadat u een douaneaangifte heeft gedaan, krijgt u van hen een uniek nummer (bijv. Movement Reference Number (MRN)) voor de ingediende zending terug.
Dit documentnummer van de Douane heeft u nodig om via Portbase de douanedocumenten voor te melden bij de terminal. In Portbase koppelt u de douanegegevens (MRN) aan de benodigde logistieke gegevens (welke truck/container/trailer, terminal, tijden etc.). Door uw voormelding via Portbase zorgt u ervoor dat alle benodigde douaneformaliteiten automatisch op de terminal worden geregeld. Zo kan uw transport zonder oponthoud plaatsvinden.
Voor een soepel export- en importproces na Brexit, is een digitale voormelding van douandedocumenten aan de terminal verplicht. Per logistieke keten spreekt u af welke partij deze voormelding doet. Maar wie is de meest geschikte partij om het importdocument (de MID-melding via de Portbase-service Melding Import Documentatie) en het exportdocument (de MED-melding via de service Melding Export Documentatie) voor te melden? Dit ligt eraan wie er over de benodigde gegevens beschikt.
Een voorbeeld:
Bij import (goederen van Verenigd Koninkrijk naar Nederland)
Een Nederlandse handelsmaatschappij koopt hoogwaardige medische apparatuur bij een Engelse leverancier. De Nederlandse handelsmaatschappij regelt het vervoer van de apparatuur via vervoersonderneming Everyday en laat de douaneformaliteiten door douaneagent Aangifte & Co afhandelen. Aangifte & Co krijgt van Everyday – na afronding van de boeking in het boekingssysteem van de ferry operator – alle boekings- en zendingsgegevens. Na ontvangst hiervan verzorgt Aangifte & Co de invoeraangifte.
Advies: Aangifte & Co kiest ervoor om de voormelding van de importdocumenten te doen omdat zij beschikken over alle benodigde informatie voor de MID-melding: terminal, zendingsid., documenttype, documentnummer en modaliteit.
Bij export (goederen van Nederland naar het Verenigd Koninkrijk)
De Nederlandse bloemenhandelaar QualiFlower verkoopt bloemen aan een grote Engelse supermarktketen. De bloemen moeten iedere ochtend zo vroeg mogelijk worden aangeleverd aan distributricentra in het VK. QualiFlower laat het vervoer van de bloemen uitvoeren door FerryFresh; een vervoerder gespecialiseerd in begeleid vervoer met geconditioneerde trailers. QualiFlower schakelt Janssen Douane-expediteurs in voor het doen van de uitvoeraangiften.
Iedere ochtend ontvangt QualiFlower de orders voor aflevering de dag daarna. Om 12.00 ’s middags levert QualiFlower alle ordergegevens aan Janssen Douane-expediteurs die de uitvoeraangiften verzorgt. FerryFresh laadt einde van de dag alle orders bij QualiFlower. De FerryFresh planningsafdeling bepaalt welke orders in welke trailer worden vervoerd. Door last-minute bestellingen en verstoringen in het aanleverproces wijzigt deze planning regelmatig.
Advies: in de voormelding van de exportdocumenten in de service MED moet buiten het uitvoerdocumenttype en documentnummer ook het boekingsnummer en de identificatie van het vervoermiddel worden opgenomen. Omdat FerryFresh kort voor vertrek pas weet welke vrachtwagen de lading gaat vervoeren, is besloten dat vervoerder FerryFresh de MED-melding doet. Janssen Douane-expediteurs stuurt hiervoor tijdig het documentnummer van de uitvoeraangiften door naar FerryFresh.
1) Boeking is niet bekend bij de ferry- of shortsea-terminal:
2) Er is geen douaneaangifte gedaan bij de Douane:
3) De douanedocumenten zijn niet of onjuist voorgemeld bij de terminal via Portbase:
4) U heeft geen geldig identiteitsbewijs:
Controleer voor vertrek de status van uw douanedocumenten op de terminal via de Portbase-service Import Status of Track & Trace Export.
Sinds 1 oktober 2021 heeft u voor toegang tot het VK een geldig paspoort nodig. Woonde u voor 1 januari 2021 al in het VK? Of heeft u een document van het VK dat u een grensarbeider bent? Dan kunt u met uw ID-kaart blijven reizen tussen Nederland en het VK tot ten minste eind 2025. Lees meer op rijksoverheid.nl.
Neem contact op met de afdeling Sales van Portbase via sales@portbase.com om de status van uw aansluiting te controleren. Totdat u uw inloggegevens hebt ontvangen, kunt u een andere partij in uw keten vragen om voor u de douanedocumenten voor te melden via Portbase.
Dit is afhankelijk van de service, maar normaal 24 uur. Portbase doet namelijk een due diligence check. Bij een piek in aanmeldingen kan het langer duren.
Aansluitkosten worden berekend voor het doorlopen van een aantal stappen om gebruik te kunnen maken van de ‘digitale grens’ van Portbase.
Portbase werkt kostendekkend. De aansluitkosten bedragen per service € 249,50.
Het Port Community System (PCS) van Portbase is de digitale verbinding met de slimme havens van Nederland. Het PCS heeft bijna landelijke dekking en is beschikbaar voor alle havensectoren: containers, stukgoed, droge bulk en natte bulk. Iedereen in de logistieke keten kan via de meer dan 40 services in het PCS eenvoudig en efficiënt informatie uitwisselen.
Nee, als een bedrijf exporteert, krijgt het te maken met de services Melding Export Documentatie en Track & Trace Export. Gebruik van deze services is kosteloos omdat de terminals en rederijen waarmee het exportproces wordt uitgevoerd deze kosten dragen. U betaalt wel eenmalig € 249,50 (ex. btw) aansluitkosten.
Voor de service Melding Import Documentatie gelden abonnementskosten en transactiekosten. De abonnementskosten bedragen voor gebruik via het web (dus login via internet vanaf een computer, laptop of tablet) € 6,45 per maand en voor een systeemkoppeling (dus tussen het systeem van de klant en Portbase) € 21,55 per maand. In beide gevallen wordt er per transactie (per bericht) € 0,18 in rekening gebracht (transactiekosten). Daarnaast betaalt u eenmalig € 249,50 (ex. btw) aansluitkosten.
Import Status is een gratis service die speciaal ontwikkeld is voor vervoerders. Voor hen is deze service van groot belang. Zij kunnen zo namelijk zien of de voormelding van de douanedocumenten bij de terminal correct gedaan is. Als dat niet het geval is en zij sturen een chauffeur toch naar de terminal, dan staat deze daar voor een dichte slagboom.
Bij het importproces zijn de kosten voor security, aansprakelijkheid en de hoeveelheid van te leggen verbindingen (ICT-kosten) met diverse partijen vele malen hoger dan bij het exportproces. Melding Import Documentatie zorgt voor een sneller en efficiënter proces voor het importerende en logistieke bedrijfsleven. Deze kosten worden (vanwege toegevoegde waarde voor importerende bedrijven) niet volledig gedragen door de terminals en rederijen. Vanuit de cost-based en non-profit basis is Portbase genoodzaakt deze kosten door te belasten aan de gebruiker.
Portbase is in 2009 opgericht door Havenbedrijf Rotterdam en Port of Amsterdam en heeft de brede steun van het havenbedrijfsleven. Ambitie is om via één loket de logistieke ketens van de Nederlandse havens zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Portbase verbindt hiertoe alle partijen in de logistieke ketens van de Nederlandse havens. Via het Port Community System faciliteert Portbase datadeling tussen bedrijven en informatie-uitwisseling met overheden om sneller, efficiënter en tegen lagere kosten te kunnen werken. Samen met een groeiende community maakt Portbase het delen van data steeds waardevoller. Met als doel de Nederlandse havencommunity en daarmee de havens, de slimste van Europa te maken. Portbase is neutraal, van en voor de havencommunity en heeft geen winstoogmerk.
Nee; meer informatie daarover leest u hier.
Ja, Portbase biedt een oplossing voor Stena Line (Hoek van Holland en Europoort), CldN (Rotterdam), DFDS (Vlaardingen en IJmuiden) en P&O Ferries (Europoort).
Om gebruik te maken van de ketenbrede oplossing voor Brexit in de Nederlandse havens moeten bedrijven samen met hun ketenpartners 5 stappen doorlopen. De ferry- en shortseaterminals hebben besloten dat zonder via Portbase voorgemelde douanedocumenten de chauffeur geen toegang krijgt en de lading dus niet mee kan. Alleen op deze manier gaat de ‘digitale grens’ werken en zorgt het voor de versnelling ten opzichte van tijdrovende handmatige controles.