Voorkom dat mismatches uw invoer in Nederland hinderen

Bij invoer in Nederland constateert de Douane maandelijks (tien)duizenden mismatches tussen nadere aangiften en aangiften voor tijdelijke opslag (ATO). Voorkom dat dit ook u treft.

Dit zijn de risico’s voor u als aangever

Risico 1

Langere statijden, opstoppingen en/of extra kosten bij het ophalen

Door de invoering van het Container Vrijgave Bericht plateau 1 mag lading (AGS) de Nederlandse terminal niet verlaten bij een mismatch doordat:

  1. Het B/L nummer op de nadere aangifte niet overeenkomt met de B/L op de ATO
  2. Het bruto gewicht op de nadere aangifte hoger is dan bruto gewicht op de ATO
  3. De nadere aangifte ingediend wordt voor ATA schip

Risico 2

Onnodig uitzoekwerk

Als de Douane bij u aanklopt voor het verklaren van verschillen door een mismatch en bewijzen van het tegendeel, vraagt het corrigeren vaak diepgravend uitzoek- en herstelwerk.

Risico 3

Financiële consequenties

Bij onvoldoende bewijs loopt u als indiener het risico op het betalen van forse boetes en belastingnaheffingen.

Zo voorkomt u mismatches!

De twee meest voorkomende oorzaken én oplossingen

Oorzaak 1

Veel problemen met vak 40

Zo vult u in uw nadere aangifte vak 40 in twee stappen goed in:

Stap 1
Allereerst zet u in vak 40 de code van de voorafgaande regeling. Dit is altijd X-705.

Stap 2
Voor ferryvervoer:
 Achter X-705 vult u het zendingsnummer in (ook wel shipment number of consignment number genoemd). Dit nummer heeft de ferryoperator aangemaakt voor het vervoer van uw lading. De vervoerder die de overtocht boekt, moet dit zendingsnummer aan u melden.

Voor containervervoer: Achter X-705 vult u het nummer in van de Bill of Lading (B/L). Dit B/L-nummer krijgt u na de scheepsboeking rechtstreeks toegestuurd van de rederij/cargadoor of van degene die deze boeking heeft gedaan.

Iets anders invullen in vak 40 is onherroepelijk fout. Dit zorgt voor een mismatch en dus vertraging!

Een juist zendingsnummer of B/L-nummer herkennen

Voor ferryvervoer: een zendingsnummer bestaat uit 16 of 17 tekens (afhankelijk van de ferryoperator). De eerste 4 zijn letters ter herkenning van de ferryoperator. De 12 of 13 tekens hierna zijn het boekingsnummer, altijd eindigend met 001, 002 of een hoger opvolgend nummer. In vak 40 vult u dus bijvoorbeeld in: X-705 PONFHU12345678001

Voor containervervoer:  Een B/L-nummer heeft maximaal 17 tekens, waarvan doorgaans de eerste vier letters staan voor de SCAC-code van de rederij/cargadoor. In vak 40 vult u dus bijvoorbeeld in: X-705 ABCD0510098765431 

Door vanaf nu hierop in uw nadere aangiften extra alert te zijn, zorgt u dat uw lading altijd snel verder kan. Als ondersteuning voor het juist indienen van nadere aangiften biedt de Douane u deze invulinstructie. Daarnaast is een apart infoblad  beschikbaar dat u stap voor stap mee door de douaneketen neemt. Raadpleeg deze hulpmiddelen zorgvuldig. Zo voorkomt u onnodige fouten.

Oorzaak 2

Invullen van het netto in plaats van het bruto gewicht

Voor ferryverkeer

In het ferryverkeer komt het regelmatig voor dat de vervoerder die de overtocht boekt aan u het gewicht doorgeeft dat staat op de Britse uitvoeraangifte. Dit is FOUT. De Britse uitvoeraangifte gaat uit van het nettogewicht. In de invoeraangifte vraagt de Nederlandse Douane echter om het bruto gewicht.